De instellingen zijn van invloed op het verzenden, ontvangen en weergeven van e-mail.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor de e-mailtoepassing ontvangt als configuratiebericht.
Zie
Dienst voor configuratie-instellingen
op pagina
17
. U kunt de instellingen ook handmatig invoeren. Zie
Configuratie
op pagina
76
.
Als u de instellingen voor de e-mailtoepassing wilt activeren, selecteert u
Menu
>
Berichten
>
Bericht-
instellingen
>
E-mailberichten
en kiest u vervolgens een van de volgende opties:
Configuratie
— selecteer de set die u wilt activeren.
Account
— selecteer een account die door de serviceprovider is verstrekt.
Mijn mailnaam
— voer uw naam of alias in.
E-mailadres
— voer uw e-mailadres in.
Ondertekening bijvoegen
— u kunt een handtekening definiëren die automatisch aan het einde van uw e-
mailbericht moet worden toegevoegd wanneer u het bericht invoert.
Antwoordadres
— voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden moeten worden gestuurd.
SMTP-gebruikersnaam
— voer de naam in die u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken.
SMTP-wachtwoord
— voer het wachtwoord in dat u voor uitgaande e-mailberichten wilt gebruiken.
Terminalvenster tonen
— selecteer
Ja
als u een handmatige gebruikersverificatie voor intranetverbindingen
wilt uitvoeren.
Type inkomende server
— selecteer
POP3
of
IMAP4
, afhankelijk van het type e-mailsysteem dat u gebruikt. Als
beide typen worden ondersteund, selecteert u
IMAP4
.
Inkom. mailinstellingen
— selecteer de beschikbare opties voor
POP3
of
IMAP4
.
55
Copyright
© 2006 Nokia. All rights reserved.